I wake up, take a look on my Iphone5, draw back the curtains and make myself a bowl of oatmeal with nuts, honey and banana. I have half an hour to get to university, my lecture starts at 11 am sharp. While in our student-home-camping-shower-without-proper-pressure, I try to decide what to wear today. Five minutes to eleven, I grab my bike, which rattles with every hump, wearing wide black satin pants, a grey shirt from Zeeman, white sneakers and a leather biker jacket. ‘Reckless’, by San Cisco, a band you probably won’t know, is playing from my headphones. Texting my friends and maneuvering through city traffic, I spot five girls dressed the exact same way, who’ve probably started their day with a healthy and nutritious bowl of oatmeal too. I try to convince myself of my originality; I am probably ‘cooler’ then they are, in terms of my intelligence, broad interest in arts and travel experience.
Why am I so eager to distinct myself from these other girls? Why do I gain fulfilment convincing myself of them being less ‘cool’ then me? In fact, I know tons of people who have an Iphone5, listen to unknown bands with pseudo-intellectual names, or wear t-shirts from Zeeman to take a stand against the fashion scène. I want to be unique, because becoming an authentic human being seems to automatically allow me to lead a successful life. Quite hypocritical; emphasizing my unique features, personal opinions and original ideas, which together compose my identity, while I share my ambition to succeed with almost every other individual in this world.
The comparisons I make revolve around relatively unimportant issues and result in a certain envy at the most. However, it seems as if people also try to differ on the bases of unchangeable aspects of individuality, such as race, ethnicity and religion. These differences become insurmountable when they entail a certain privilege. Authenticity in this case does not just lead to envy, but it encourages people to act out, even violently so. Differences, rather than similarities, seem to compose our identity, something I’ve learned to describe as the narcissism of minor differences.* If I look around in newspapers, in city streets or on the internet, all negativity I see is caused by differences. I see people rioting in Baltimore, because some seem to be treated differently based on one minor aspect of their identity, something they have not even chosen to be. I see football supporters of Ajax and Feyenoord attacking each other, while they share their love and commitment for soccer. I see women being paid less than their male colleagues, while they both teach high school students and have the ambition to become university professors. Most importantly, I see myself constantly comparing my talents, achievements and experiences to those of others. Daily. The narcissism of minor differences is not just an abstract term for a vague phenomenon. It is not just located on the other side of the Atlantic Ocean or revolve around people who speak a different language, it happens here and now.
Globalization has brought us multiculturalism, fair-trade chocolate and internet relationships. Simultaneously, there have never been this many civil wars, the North Pole is melting and there never seems to be time for boredom. Our generation has grown up with limitless opportunities, the idea that we can succeed in everything we want to and that we are special. Meanwhile, we are constantly confronted with our irrelevance and normalcy. In our search for uniqueness and authenticity we try to distinguish ourselves from others, forgetting that someone else needs to acknowledge that uniqueness for it to be relevant. Instead of envying those girls for wearing nicer pants then I do, I can rather value their great taste in pants and let their sense for fashion inspire me. If we focus on what football supporters, men, women, inhabitants of Baltimore, or even the whole world, have in common, we might actually start appreciating our normalcy. If authenticity only leads to envy or even hatred and violence, than why be authentic? I’d rather be normal in attempting to be special.
*M. Ignatieff, ‘The Narcissism of Minor Difference’, in: The Warrior’s Honour. Ethnic War and the Modern Conscience (London 1998) 34-71.
Het leven in het België van medio twintigste eeuw was gemakkelijk. Elke keuze was eenvoudig. Het nieuws haalden we uit de juiste krant, we verzekerden ons tegen tandrot en ander onheil bij het juiste ziekenfonds, stuurden onze kinderen naar de juiste scholen. We syndiceerden ons bij de juiste vakbond, vulden de zondag op juiste wijze in, en stemden enkel op de goei, zoals de eigen politieke familie in Vlaanderen wordt benoemd. De echokamer van het eigen grote gelijk, kortom, was groot en dichtbevolkt. Deze verzuilde maatschappij zorgde voor een duidelijke identiteitsbeleving bij de burger. Wij waren samen de besten, de slimsten, de sterksten, en de rest was fout, of op zijn minst toch van het rechte pad afgedwaald. Liberalen fulmineerden tegen het paternalistische, betuttelende wereldbeeld van socialisten en katholieken, de sossen hekelden de patronale slippendragerij van hun ideologische tegenhangers en de katholieke tjeven, van hun kant, sloegen de hele antiklerikale zwik in de ban, en bezweerden hun volgers dat wie in het identiteitsverhaal van de tegenstander mee stapte, er gratis een enkeltje richting hellevuur bijkreeg. Tussen de verschillende groeperingen was er weinig contact.
Identiteit, met andere woorden, werd overgeleverd van vader op zoon, en versterkt door de dagelijkse omgang met (haast enkel) gelijkgezinden. De klassieke structuren, als natiestaat of – in België – taalgemeenschap, waren dus niet voldoende om iemands identiteit te bepalen. Dwars door die instellingen heen, lagen ideologische breuklijnen, die de bevolking verder opsplitsten in verschillende groepen. De identiteit werd voornamelijk bepaald door de gekleurde informatie die men kreeg, en het wereldbeeld bepaald door het sociaal contact met mensen van dezelfde strekking, de pastoor en de partij- of vakbondsvoorzitter.
Anno 2015 zijn wij deze opdeling grotendeels ontgroeid. Uit gemakzucht blijven wij dan wel nog bij het ziekenfonds van onze ouders – tot de concurrentie ons een beter aanbod doet –, lezen wij de krant die thuis gelezen werd – tot de concurrentie ons een gratis iPad biedt bij abonnering – en stemmen wij nog altijd op de goei – wie die goei zijn, verandert wel elke verkiezing, zo leert ons het stijgend aandeel zwevende kiezers. Wij sturen onze kinderen tegenwoordig allemaal naar de scholen die de beste kansen bieden op slagen in het hoger onderwijs, sakkeren gezamenlijk wanneer het openbaar vervoer nog maar eens staakt en zijn het eens over de invulling van de zondagsrust: grasmaaiers en bladblazers blijven op stal. Wij zijn allen mensen van de wereld, die breed gevormd, algemeen geïnteresseerd en bovenal zeer goed en degelijk geïnformeerd zijn.
Tenminste, dat denken we.
Wanneer u straks op google zoekt wie nu juist die goei zijn waar die Vlamingen zo de mond van vol hebben, bepaalt Google wat u ziet (bij uw dienaar, voornamelijk reclame voor restaurant “De goei goesting”, in Hasselt). Wanneer u daarna even op Facebook blijft hangen – dat doen we immers allemaal – bepaalt Mark Zuckerberg welke boodschappen en meningen in uw wereldbeeld en denkkader passen, om de rest rustig achterwege te laten (bij uw dienaar, sushi eten, citaten van KU Leuvenprofessoren, en vijf onhandige seksmomenten die nooit gebeuren in films). Netflix bepaalt vervolgens met welke documentaires u het roerend eens zult zijn, waarna u de rest van de dag verliest aan het bekijken van pakkende beelden, die bevestigen wat u sowieso toch al dacht (bij uw dienaar, “Life Hack 2, The Next Level”, “Planet Earth, As You’ve Never Seen It Before” en “Louis Theroux’s Weird weekends”). Op die manier wordt eenvoudig uw identiteit voor u bepaald, en wordt u in uw echokamer – die nu filter bubble heet – op uw wenken bedient. U consumeert media die bij uw denkbeeld passen, liket die en geeft vijf sterren, waarna de algoritmes die erachter zitten zichzelf bevestigd zien in de idee dat dit werkelijk is wat u denkt en meent, en u nog meer van hetzelfde geven. Het systeem wordt zo een zelfversterkende identiteitsmachine, die grotendeels bepaalt welke stukken van de wereld u wél en vooral welke u nìet te zien krijgt (met uw dienaar zal het dus de obese, seksueel geobsedeerde en wereldvreemd academische kant op gaan).
Zo dreigt het internet – één van de belangrijke katalysatoren die ons uit de verzuiling getild hebben – een nieuw soort verzuiling in te leiden, waarbij individuele wereldbeelden grotendeels ingekleurd worden door zelfbevestigende computerprogramma’s die bepalen welke informatie weggefilterd wordt en dus nooit tot bij u komt. Ongetwijfeld hebben deze toepassingen vele voordelen. We moeten echter opletten, niet aan de programmeurs te geven, wat we de pastoor ontnomen hebben…
Partners
Cultiveer