Maria Nikiforov (1997) begon haar muzikale opleiding met zingen in het Nieuw Amsterdams Kinderkoor. Op vijfjarige leeftijd ontdekte ze de piano aan de Muziekschool Amsterdam. In 2013 werd ze toegelaten tot de Jong Talent afdeling van het Conservatorium van Amsterdam (Marcel Baudet). Ze deed mee aan festivals in Italië, Frankrijk en Zwitserland, waar ze masterclasses kreeg van befaamde pianisten als Enrico Pace, Edith Fisher en Denis Pascal. Als Erasmus uitwisselingsstudent heeft Maria in 2019 gestudeerd bij Michel Dalberto en Claire-Marie Le Guay aan het Conservatoire de Paris.
Momenteel sluit Maria haar eindexamenjaar bij Frank Peters aan het Conservatorium van Amsterdam af. Ze speelt op verscheidene podia en participeert in piano- en kamermuziek concoursen: Prinses Christina Concours (2014, Diplôme d’Honneur) en de Young Pianist Foundation Competition (2015).
Op het 42e Veerstichting Symposium speelt Maria de volgende stukken:
S. Prokofiev (1891 - 1953)
Sonate Opus 14 Nr. 2 in d klein:
Allegro, ma non troppo
C. Debussy (1862 - 1918)
Deux Arabesques: Nr. 1 Andantino con moto
F. Schubert (1797 - 1828)
Ständchen, S. 560
(F. Liszt bewerking van Schwanengesang No. 4, 957)
S. Rachmaninov (1873 - 1943)
Preludes:
Opus 23 - Nr. 3 in d klein
Opus 32 - Nr. 10 n b klein
S. Prokofiev (1891 - 1953) - Sonate Opus 14 Nr. 2 in d klein: Allegro, ma non troppo
Er kwamen veel dingen in Sergei Prokofievs leven samen op het moment dat deze tweede sonate verscheen: hij studeerde nog aan het conservatorium maar speelde al volop zijn eigen werken op examens. Ook besloot één van zijn dierbare vrienden zich van zijn eigen leven te ontnemen. Deze sonate is een reflectie van het rouwproces, met alle emoties die daarmee geassocieerd kunnen worden.
C. Debussy (1862 - 1918) - Deux Arabesques: Nr. 1 Andantino con moto
Ook Claude Debussy bevond zich in zijn twintiger jaren toen hij deze parels van Arabesques schreef (tussen 1888 en 1891). Al in deze werken is de lyrische stijl te horen waar hij voor de rest van zijn leven het boegbeeld van zou worden - hij vond het vreselijk om ‘impressionist’ genoemd te worden.
F. Schubert (1797 - 1828) - Ständchen, S. 560
(F. Liszt bewerking van Schwanengesang No. 4, 957)
Franz Schubert was, in tegenstelling tot de andere componisten van vanavond, aan het eind van zijn leven toen hij de cyclus van veertien liederen schreef waar ‘Ständchen’ toe behoorde. Alle tekst is gebaseerd op gedichten van verschillende poëten, waaronder Heinrich Heine (1797 - 1856). De tekst van (het in de volksmond gewordene) Schwanengesang schetst een innige scene van een jonge minnaar die zijn liefde aanspoort: “Och kom tevoorschijn, opdat je mij verblijd!” Franz Liszt maakte met veel zorg bewerkingen voor alle liederen en voegde daar zijn pianistische ‘taalvaardigheden’ aan toe, zodat de pianist zich even vrij voelt als een zanger.
S. Rachmaninov (1873 - 1943) - Preludes
Opus 23 - Nr. 3 in d klein
Opus 32 - Nr. 10 n b klein
De twee opusnummer 23 en 32 behandelen samen alle 24 mogelijke toonsoorten (majeur en mineur). De preludes van Sergei Rachmaninov worden tot de dag van vandaag beschouwd als tijdloze meesterwerken en een spiegel van Russisch nationalisme. Waar het diepe, ‘bel-achtige’ en rijke geluid als eerste aankomt bij de luisteraar, maakt het ook plaats voor ongeëvenaarde stiltes.
Meer weten over Maria? Neem contact op via:
Mail: mnikiforov.info@gmail.com
Telnr: 06-14636428
Facebook: Maria Nikiforov - Pianiste
Partners
Cultiveer
